Vrijheidsbeeld
Ik kan mijn vak het beste uitoefenen wanneer ik een onafhankelijke en neutrale positie behoud. Als er strijdige belangen of visies zijn of bij communicatieproblemen ben ik het meest effectief als ik waardevrij kan blijven. Niemand gelijk geven geeft mij de grootst mogelijke professionele vrijheid. Ik houd daarom altijd het midden.
De medewerker tegenover mij is boos. Hij voelt zich gepiepeld door de organisatie. “Ik heb me beter gemeld maar ze willen me nog voor een gedeelte arbeidsongeschikt houden”. Daarnaast had hij van zijn leidinggevende een voorstel gekregen voor een andere functie, twee functiegroepen lager. “Wat vind jij er nou van. Vind je het niet schandalig?”.
Ik geef als bedrijfsmaatschappelijk werker nooit re-integratie-adviezen. Dit is wat mij betreft volledig voorbehouden aan de bedrijfsarts. Deze adviseert de medewerker en de leidinggevende over de beperkingen en de mogelijkheden met betrekking tot de re-integratie. Soms geef ik medewerkers het advies zich juridisch bij te laten staan. Wet- en regelgeving rond arbeidsrecht en verzuim is immers doorlopend aan veranderingen onderhevig. Ik focus op het verminderen van de klachten van de medewerker en op het vergroten van de draagkracht. Als het nodig is bemiddel ik tussen de medewerker en zijn leidinggevende om de communicatie en de onderlinge verhoudingen te herstellen of te verbeteren.
Tijdens een conflictbemiddeling zoeken partijen vaak naar hun gelijk en doen hierop, soms ongemerkt, een appèl op de bemiddelaar. Tijdens mijn mediationopleiding bij het Mediation Trainingsinstituut leerde ik van mijn leermeester Govert Apol dat de bemiddelaar zich nooit door persoonlijke belangen, voorkeur of genegenheid mag laten leiden. Met zijn doortastende scherpte zei hij: “Als bemiddelaar handel je volstrekt onafhankelijkheid en onpartijdig”. Dit voelde voor mij als een vertrouwde jas. Deze beroepshouding had ik mij als bedrijfsmaatschappelijk werker al lang daarvoor eigen gemaakt.
Bij de uitvoering van mijn dienstverlening beteken ik het meest als ik mijn mening voor me hou. Die doet niet ter zake en zal betrokkenen niet verder helpen. Het gaat er om wat mensen zelf ervaren, vinden en uiteindelijk kiezen om te gaan doen. Zo ontstaat er een nieuw gelijk en ruimte om verder te gaan.